Weinigen deden het ons voor. Met nog zeven wedstrijden te spelen in de reguliere competitie zijn onze Genkies al zeker van hun ticket voor de Champions' Play-offs. Daarmee is de doelstelling die de club zich voor dit seizoen oplegde eind februari al gehaald. Technisch directeur Dimitri de Condé laat zijn licht schijnen op het Genkse succes en blikt vooruit op wat nog komt.

Dimitri, eind februari zijn we al zeker van een plek in de top vier. Had je dit verwacht?

Nee, dit had niemand verwacht. Dit kan je gerust een unieke prestatie noemen. We begonnen aan de competitie zonder Bongonda, Ito en Thorstvedt. Tijdens de winterstop is ook Paul vertrokken. Dat zijn vier jongens op sleutelposities die vorig seizoen in het aanvallende compartiment het verschil maakten door hun enorme statistieken. Die vervang je in principe niet zomaar, maar wij zijn daar wel in geslaagd. We zijn daar als collectief geweldig mee omgegaan. Dat is een pluim die ik wel op de hoed van de staf wil steken. Zij hebben hun eigen ideeën binnengebracht waardoor bepaalde jongens boven zichzelf uitstijgen en qua statistieken zelfs nog beter doen dan hun voorgangers. Dat ga je in de wereld van het voetbal niet vaak tegenkomen.

Hoe verklaar je dat succes?

Het succes zit hem in de duidelijkheid die Wouter Vrancken en zijn team aan de spelers hebben gegeven. Er is een duidelijk plan. Dat hoor je ook binnen de spelersgroep. Wouter heeft een klimaat van winnaars gecreëerd. Er is een groot geloof ontstaan in de groep. Herinner je de eerste nederlaag tegen Club Brugge. Normaal stap je dan met twijfels van het veld, maar wij zijn met opgeheven hoofd terug naar Genk gekomen. Dat was het begin van een reeks die op dit moment al resulteert in een ticket voor de Champions’ Play-offs. Onderschat zeker ook niet hoe goed de groep fysiek in orde is. Onze stafleden hebben de fysieke parameters heel goed in kaart gebracht en blijven deze constant monitoren. Opnieuw een stap voorwaarts in de verdere professionalisering van de club. Combineer dit met spelers die hun kansen grijpen en je hebt een verklaring voor het huidige succes.

De visie van Wouter Vrancken lijkt goed te matchen met hoe we als club naar voetbal kijken.

Die klik is er inderdaad. Niet enkel qua voetbalvisie. Ook als persoon past hij goed bij onze club. Wouter is een echte winnaar. Dat is heel belangrijk. De spelers voelen dat ook. Wouter wordt nerveus als het niet top is zoals tegen Mechelen. Hij durft de zaken te benoemen en is enorm veeleisend. Er is geen ruimte voor terugval en vereist dat je als speler altijd met die volgende wedstrijd moet bezig zijn. Zowel als het goed gaat als wanneer het minder draait. Dat is een unieke kwaliteit.

Onlangs is Jan Boden toegevoegd als extra videoanalist. Jullie blijven constant zoeken naar extra’s om resultaten te boeken?

We hebben in het begin van het jaar vijf wedstrijden gespeeld op twaalf dagen. Dat was ongezien. Het tempo van wedstrijden ligt enorm hoog en zeker met de play-offs in het vooruitzicht gaat het opnieuw erg hectisch worden. Een goede voorbereiding is dan heel belangrijk.

Onze hoofdcoach is met het idee gekomen om Jan als extra kracht aan te trekken. Het moest iemand zijn die onmiddellijk mee was met de spelprincipes en geen inloopperiode nodig had. Op die manier kunnen we wedstrijden nog sneller analyseren en klaar zijn voor de volgende partij. Een goede videoanalist moet een klik hebben met de hele staf en bij elke speler weten wat er van hem wordt verwacht. Jan gaat ongetwijfeld een grote meerwaarde hebben.

De afgelopen weken klonk links en rechts dat Genk het zonder Onuachu moeilijk heeft. Tegen Oostende heeft de groep het tegendeel bewezen.

Paul is een fenomeen. Niet enkel nu, ook vorig jaar. Hij staat niet voor niets nog altijd op kop van de topschutterstand. En dan mag je niet vergeten dat hij de eerste twee maanden niet heeft gespeeld. Hij heeft onze club veel gegeven. Daar kan je niet buiten.
KRC Genk is echter meer dan Paul Onuachu alleen. Dat laat zich duidelijk zien. In het verleden hebben we hetzelfde gezien met Ito en Pozuelo. Toen die vertrokken, zijn er andere jongens opgestaan.

Het is belangrijk dat we als club niet afhankelijk zijn van één speler en dat tonen we vandaag ook. Paul had ons op zijn eentje ook geen kampioen gemaakt. Voetbal is een teamsport en ook zonder Paul blijven we als collectief scoren. Ook al klinkt er vanuit de buitenwereld soms een ander geluid. Wanneer je aan kop speelt, krijg je respect, maar probeert men je ook vanuit verschillende hoeken te destabiliseren. Dat gaat van vandaag op morgen niet stoppen. Bij de eerstvolgende nederlaag gaan die geluiden opnieuw klinken. Dat we niet alles gaan winnen, staat vast. Daar moeten we ons tegen wapenen.

Op momenten dat we een tegenslag hebben of wanneer we een nederlaag lijden, die ook verdiend kan zijn, hebben we nadien altijd zo goed als onmiddellijk gereageerd. Op het einde van het seizoen zijn dat de punten die doortellen. Dat is ook één van onze sterke punten dit seizoen.

Play-off 1 is binnen. Dit weekend staat de derby op de agenda. Leeft dit bij de groep?

In Limburg leeft dat sowieso heel hard. Na het verlies tegen Charleroi was de trainer van Sint-Truiden alleen maar bezig over de wedstrijd tegen Genk. Dat betekent dat het ook bij hun enorm leeft. Zij hebben maar twee wedstrijden op een seizoen waarop het echt moet. Wij hebben meer concurrenten dan enkel Sint-Truiden, wij moeten er elke week staan door de status van onze club. Maar het blijft uiteraard een belangrijke wedstrijd. Je hoort dat ook bij onze supporters. De afgelopen weken klonken de gezangen al vanuit de tribunes. De spelers voelen dat ook wel. Dat mag je niet onderschatten.

Kleurt Limburg zondag blauw?

Traditioneel is dat inderdaad zo bij de derby. Ons supporterslegioen steunt ons enorm en dat was ook duidelijk zo de laatste jaren op Stayen. Ik reken er dan ook op dat het zondag opnieuw zo zal zijn.

Genkies, je hoort het: samen staan we sterker. Allen op post zondag!