Het stond zondagavond in de Cegeka Arena al even 3-0 en Iké Ugbo leek vergeefs achter zijn doelpunt aan te hollen. De tijd was rijp om András Németh zijn debuut te laten maken, oordeelde onze coach Bernd Storck. En ook al had Beerschot net tegengescoord (3-1), András Németh mocht nog enkele minuten het veld op voor wat zijn officiële debuut was in het eerste elftal. Een beloning voor zijn goeie werk op training, sprak onze coach achteraf.

Németh scoorde in de eerste helft van het seizoen al geregeld voor de U21 en voor de U19, in de Youth League. Zijn kansen om bij de eerste ploeg op de bank te zitten zijn schaars, door de concurrentie van twee topspitsen als Paul Onuachu en Iké Ugbo. Een blessure gooide eerder ook al eens roet in het eten. Nu was de kans daar, en András hoopte stiekem dat hij ook van de bank zou mogen komen, als het wedstrijdscenario dat toeliet. Zo gebeurde het.

Na 87 minuten en 54 seconden kwam hij tussen de lijnen. Na een minuut en 46 seconden verloor hij een kopbalduel, op een lange bal van Lucumí. Na goed drie minuten was zijn moment gekomen. Eerst was er een borstcontrole op een uittrap van Vandevoordt, op minuut 91 en 2 seconden. Acht seconden later steekt András zijn voet tegen de bal in een duel waarbij met Preciado en Trésor ook twee andere invallers zijn betrokken. Daarna schuift de bal naar het centrum en gaat Németh positie kiezen in de box. Ingespeeld door Arteaga tikt Oyen door zijn maatje in de buurt. De klok tikt dan 91 minuten en 19 seconden. Németh neemt perfect mee met links en schiet meteen schuin raak met rechts: een klassegoal, een echte spitsengoal. De manier waarop hij afwerkt, verraadt pure kwaliteit. Drie minuten en zesentwintig seconden nadat András Németh is ingevallen kletst de bal tegen het net. Droomdebuut. Goed vijf jaar nadat hij tijdens een paaskamp op onze club werd opgemerkt – zie foto in gezelschap van Leon Bailey, Wilfred Ndidi, Nordin Jackers, Brian Hamalainen en Bryan Heynen – schrijft András al een stukje geschiedenis voor de club: invallen, debuteren en snel scoren.

De Ceulaer en Karelis na 10 minuten, Ugbo na 5, Hagi en Van der Ven nog sneller

Wie deden het hem voor: snel scoren bij hun debuut? Bijna dag op dag zes jaar geleden maakte Nikolaos Karelis de winner tegen Zulte Waregem, in de slotminuten. De Griekse aanvaller was pas aangeworven en trof tien minuten nadat hij mocht invallen al raak. Dit seizoen was er ook al het droomdebuut van Iké Ugbo. Onze Nigeriaanse aanvaller had tegen Anderlecht amper vijf minuten nodig om te scoren. Ook zijn doelpunt was beslissend voor winst (1-0). Maar nog sneller waren Ianis Hagi en Erik van der Ven. Die laatste zal weinigen nog echt bekend voor komen, maar in april 2004 scoorde hij al na twee minuten bij zijn late invalbeurt op ... STVV. Eind juli 2019 deed Hagi dat over tegen Kortrijk. In diezelfde wedstrijd maakte ook, Benjamin Nygren zijn eerste doelpunt voor de club, in zijn eerste wedstrijd, maar hij was in de basis gestart. Recenter lukten Kristian Thorstvedt en Cyriel Dessers een doelpunt in hun eerste wedstrijd, telkens in Waregem.

De zestiende debutant, maar de eerste uit de eigen opleiding

András Németh is niet de eerste die bij z'n debuut meteen de netten bol zet. Maar hij is wel de eerste uit de eigen academie die dat kunststukje voor mekaar krijgt.

Alle spelers die ooit scoorden bij hun debuut en het aantal minuten dat ze daarvoor nodig hadden:

Ianis Hagi (2019, 2')
Erik van der Ven (2004, 2')
András Németh (2022, 3')
Iké Ugbo (2021, 5')
Benji De Ceulaer (2012, 10')
Nikos Karelis (2016, 10')
Orlando dos Santos (2010, 13')
Dieumerci Ndongala (2018, 15')
Ivan Bosnjak (2006, 16')
Thomas Buffel (2009, 20')
Tom Soetaers (2005, 20')
Kevin Vandenbergh (2002, 20')
Kristian Thorstvedt (2020, 23')
Benjamin Nygren (2019, 50')
Cyriel Dessers (2020, 79')
Faris Haroun (2004, 87')

Vierde debutant uit academie dit seizoen

András Németh is dit seizoen al de vierde debutant uit de eigen opleiding. Jay Dee Geusens (19) mocht voor het eerst invallen op 26 september tegen Seraing, Tobe Leysen (19) speelde op 27 oktober zijn eerste officiële wedstrijd, in de bekerpot in Sint-Eloois-Winkel, en Tuur Rommens (18) mocht op 16 december zijn debuut maken tegen Charleroi. Tegen Beerschot stonden aan het eind met Vandevoordt, Heynen, Oyen en Németh vier eigen jongeren tussen de lijnen.